Grote lichtseinen – Principes
Indeling van grote seinen
GROTE STOPSEINEN
Algemeenheden
Grote stopseinen (gewone- en gecombineerde grote stopseinen) die zich richten tot zowel de grote als de kleine bewegingen en die de aard en het regime van de bewegingen bevestigen of omvormen.
Gewone grote stopseinen
Een gewoon groot stopsein geeft nooit een seinverwittiging.
Gecombineerde grote stopseinen
Een gecombineerd groot stopsein geeft altijd een seinverwittiging.
Als een groot stopsein meerdere wisselstraten dekt, dan kan het sein voor één of meerdere wisselstraten een gecombineerd groot stopsein zijn en voor één of meerdere andere wisselstraten een gewoon groot stopsein zijn.
INDELING VOLGENS DE AARD EN HET REGIME VAN BEWEGING WAARVOOR HET GROOT STOPSEIN GELDIG IS
Grote stopseinen van het normaalspoor richten zich tot:
- grote bewegingen uitgevoerd volgens het normaalspoorregime;
- kleine bewegingen.
Grote stopseinen van het tegenspoor zich richten tot:
- grote bewegingen uitgevoerd volgens het tegenspoorregime;
- kleine bewegingen.
Kenmerk van een stopsein
De kenmerkplaat van een groot stopsein bestaat uit een rechthoekig bord met zwarte aanduidingen op een witte grond. Het kenmerk wordt in hoofdletters op de kenmerkplaat aangebracht. De kenmerkplaat van een sein dat zich richt tot het tegenspoor is voorzien van diagonale zwarte streepjes.
Voorbeeld van het normaalspoor:
Voorbeeld van het tegenspoor:
Aanvullende aanduidingen
Groot stopsein dat in grote beweging toegang geeft naar een volgend groot stopsein dat zich op minder dan 370 m van het eerste bevindt (=zeer korte sectie).
Om verwarring te vermijden kan men op de seinen van parallel lopende lijnen het lijnnummer toevoegen op de kenmerkplaat.
VERWITTIGINGSSEINEN
Algemeenheden
Een verwittigingssein geeft alleen seinverwittiging; het kan nooit een stilstand opleggen noch een verandering van de aard of van het regime.
Regime van de verwittigingsseinen
Zoals bepaald voor de grote stopseinen.
Kenmerk van de verwittigingsseinen
De kenmerkplaat van een verwittigingssein bestaat uit een gele schijf met zwarte aanduidingen (het kenmerk van het herhaalde sein in kleine letters).
De kenmerkplaat van een sein dat zich richt tot het tegenspoor is voorzien van diagonale zwarte streepjes.
De aanduidingen in het boven- en onderpaneel
ALGEMEENHEDEN
Deze aanduidingen zijn steeds gecombineerd met een seinbeeld en indien zij branden op een gesloten of gedoofd stopsein dient dit sein als twijfelachtig beschouwd te worden.
Sommige aanduidingen in het boven- en/of het onderpaneel kunnen aangestoken worden kort voor het openen van het sein, in dit geval zijn ze niet als twijfelachtig te beschouwen.
Werkwijze voorstelling:
HET BOVENPANEEL
ONDERPANEEL
De seinbeelden en bijkomende aanduidingen op grote seinen
ALGEMEENHEDEN
De reglementaire seinbeelden die de grote seinen kunnen vertonen. Bijkomende aanduidingen op een boven- en/of onderpaneel kunnen samen met openen van het sein voorzien of aangestoken worden.
Werkwijze voorstelling:
DE VERWITTIGINGSSEINEN
DE GROTE STOPSEINEN